The 4.000 Islands

Si Phan Don

In het zuiden van Laos bevinden zich The 4.000 Islands, of in Lao: Si Phan Don. De eilandjes zijn gevormd door het afsplitsen van de Mekong rivier. De bekendste en meest bezochte eilanden zijn: Don Det, Don Khon en Don Khong en ieder eiland heeft weer iets anders te bieden.

Don Det

Ik sta vroeg op om de boot vanuit Champassak naar de andere kant van de Mekong te nemen. Hiervandaan reis ik met drie anderen in een minivan naar de opstapplaats voor de boot naar The 4.000 Islands. Onderweg geniet ik na van Champassak en ik merk dat ik eigenlijk nog geen zin heb in een nieuwe ervaring.

Mijn Italiaanse medereiziger en ik nemen de boot naar Don Det. Hij Italiaan spreekt amper Engels, wat me doet afvragen hoe het hem lukt om alleen te reizen. De Duitse dames nemen de boot naar Don Khon. Op de boot naar Don Det zitten alleen maar jongeren en we meren aan bij een soort barstreet. Ik merk weerstand op in mezelf, ik heb geen zin om op zo’n eiland te zijn. Ik heb FOMO en wil alleen zijn tegelijkertijd. De Italiaan duikt het eerste beste guesthouse in. Ik ga op zoek naar een slaapplaats op een rustiger plek met uitzicht op de zonsondergang.

Na in Champassak maar 25.000 Kip per nacht te hebben betaald om te overnachten, ben ik verbaasd hoeveel hier voor een overnachting wordt gevraagd. Ik schrik ook als ik sommige badkamers zie en blijf verder zoeken. Uiteindelijk vind ik een slaapplaats voor 40.000 Kip per nacht. Ik heb de hele bungalow en het terrein waar de bungalows staan voor mezelf. Dit is wat ik op dit moment nodig heb.

Op de fiets (10.000 Kip) verken ik het eiland. De onverharde wegen zijn zo smal dat er geen auto’s kunnen rijden op dit eiland. Na mijn rondje over het eiland zon ik in de tuin en ’s avonds eet ik bij Adam’s Bar, waar ze unlimited bbq hebben.

Don Det heeft niet de sfeer die bij mij past. Ik merk dat ik rust wil en dat ik niet zit te wachten op uitgaan en socializen. Ik besluit om de volgende dag naar Don Khon te lopen en daar mijn heil te zoeken.

Don Khon

Na een hele onrustige nacht, omdat ik allerlei gescharrel hoorde onder mijn bungalow, ga ik al om 7 uur ’s ochtends op pad. Je moet eigenlijk 35.000 Kip betalen om de brug over te steken tussen de eilanden (dit is direct je entreebewijs voor Tad Somphamit/Li Phi Waterfall hoor ik later) maar ik doe net alsof ik het tolhuisje onderaan de brug niet zie en cross mijn fingers in de hoop dat de brugwachter mij ook niet ziet. Het gevolg is dat ik aan het einde van de brug niet de geijkte weg volg. Aan deze meer rustige kant van het eiland vind ik een guesthouse aan de Mekong met een gigantisch bed voor 50.000 Kip. Het bed is hard, net als alle andere bedden in Laos. Mijn badkamer heeft geen spiegel, maar het is eigenlijk wel grappig om eens zonder spiegel door het leven te gaan.

Ook op Don Khon zijn de accommodaties en eetgelegenheden geconcentreerd in één straat. Wat me opvalt is dat de eigenaren van het guesthouse waar ik slaap, Phon Vilay, met uitzicht op de Mekong, achter het guesthouse wonen in een typisch Laotiaans houten huis op palen. Ze hebben geen blijkbaar douche, want wassen zich in de Mekong en hun toilet is buitenshuis. Ik vind het bijzonder dat ze meer luxe bieden in de guesthouses die ze aan toeristen verhuren dan dat ze zelf hebben. Maar na dit gemijmer duik ik toch weer zonder enige moeite onder mijn koude douche voor wat verfrissing.

Ook op Don Khon huur ik een fiets. Onderweg kom ik vlak na elkaar de Duitse vrouwen tegen met wie ik de minivan deelde vanuit Champassak. We kletsen wat en met een van hen ga ik naar de Tad Somphamit, ook wel de Li Phi Waterfall. Er is op dit grote terrein ook een privéstrandje aan de Mekong waar ik wil zonnen en zwemmen! Mijn Duitse vriendin gaat haar eigen weg en ik blijf achter.

Na een tijdje in de zon te hebben gelegen ga ik weer op pad. Ik lijk wel door een jungle te fietsen. Over de smalle, onverharde wegen hangen takken, er staan grote en vol in bloei staande bomen en ik zie en hoor helemaal niemand anders. Net als ik me begin af te vragen of dit wel zo’n goed idee is geweest, zie ik de verte twee andere toeristen.

Drie keer moet ik een brug over waar niet meer zoveel van over is, eng, maar gaaf! Bij brug drie wacht een lieve oude Laotiaan met een glimlach op zijn gezicht geduldig tot ik de overkant haal. Onderweg zie ik een paar huisjes. De mensen die hier wonen, zullen zelfvoorzienend zijn, zo ver van de bewoonde wereld. Wat stoer!

Uiteindelijk bereik ik de waterval waar ik naar op weg was. Tad Khone Pa Soi is een ruige waterval (en gratis te bezoeken, wat best verwonderlijk is in Laos). Je kunt via een wiebelige brug de overkant van de waterval bereiken. En als je dan een stuk doorloopt, word je beloond met nog meer waterval, een strandje en traditionele visfuiken.

Ik zorg dat ik voor het donker terug ben bij mijn guesthouse en kom dan tot de conclusie dat ik vandaag over het hele eiland ben gefietst! Ik was al het stof van de zandwegen van me af en geniet op de veranda van de zonsondergang aan de Mekong. Prachtig! Na het eten ga ik met hele vermoeide benen slapen.


De volgende dag is een twaalf uur durende reisdag. Ik besluit een tussenstop te maken in Thakhek voordat ik naar Vientiane reis op aanraden van een van de Duitse dames om de Takhek Loop te rijden.

Vanaf Don Khon word ik met een boot naar het vasteland gevaren. Hier stap ik vervolgens in een overvolle bus. Er moeten zelfs mensen op plastic krukjes in het gangpad zitten, wat hier heel geaccepteerd en normaal is. Ik rijd terug in de richting van het noorden, terug naar Pakse. Hier stap ik over op de bus naar Takhek, samen met drie jongens uit Israël en een paar locals. Als we onderweg stoppen komen er steeds meer locals en spullen bij. We pikken ook gestrande locals op waarvan de bus het heeft begeven. Om acht uur ’s avonds stoppen we om te eten. Er is bij alle tentjes alleen vlees op stok te koop met droge rijst. Ik besluit te gaan voor iets dat lijkt op bacon, maar dat niet is dus ik kan net zo goed iets weerzinwekkends hebben gegeten.

Na de busreis vraag ik de Israëliërs of ik met hen een tuctuc mag delen naar het centrum. Dat het avond en dus donker zou zijn als ik aankwam in Takhek, daar had ik niet over nagedacht… We gaan naar de Thakhek Travellodge. Voor 50.000 Kip slaap ik op een slaapzaal die wat wegheeft van oude zieken- en kindertehuizen en in sommige bedden zitten bedbugs. Gelukkig heb ik mijn bugsheet bij me en nergens last van! De volgende dag rust ik uit en bereid ik me voor op de Takhek Loop.