Vientiane is de hoofdstad van Laos. Het is hier een stuk stedelijker en meer Westers dan de rest van het land. Je zult dus (weer) een kleine cultuurshock ervaren en het gevoel hebben alsof je een citytrip maakt.

Na de rit met een local bus (60.000 Kip) vanuit Thakhek komen Rosanne en ik om 01.00 uur aan op het zuidelijke busstation van Vientiane. Het was me de rit wel weer. Het hele gangpad werd volgebouwd met dozen van locals die om de haverklap werden opgepikt. Slapen ging moeilijk want er zat een man voor mij die bij iedere ademteug het geluid maakt van een zuchtende, gepikeerde vrouw.
Vanaf het busstation nemen Rosanne en ik weer samen met een paar locals een tuctuc naar het centrum (30.000 Kip i.v.m. nachttarief). Een van de locals spreekt Engels en geeft ons tips over de stad en de Lao-BusNavi app die we kunnen gebruiken om de bussen in de binnenstad te gebruiken. Er zit ook iemand in de tuctuc met een bivakmuts op. Dan denk je toch dat je ieder moment overvallen kunt worden. Maar dat gebeurde gelukkig niet!
Goddank is er nog plek in het eerste hostel dat we proberen: Orange Backpacker Hostel. Voor 40.000 Kip slapen we met zijn achten op twaalf vierkante meter, staat de airco op volle toeren en kunnen we ’s ochtends uit drie ontbijtjes kiezen.
De volgende ochtend gaan Rosanne en ik samen op pad met de fiets die we huren. Het is heel bijzonder om opeens in een stad te zijn na weken de minder ontwikkelde delen van Laos te hebben bezocht. Hier zijn voelt echt alsof we een stedentrip maken. We bezoeken het park Chao Anouvong dat aan de Mekong grenst, het presidentiële paleis en de Ho Phra Keo tempel (5.000 Kip) waar duizenden buddha’s staan. Net op het moment dat wij hier zijn, wordt er een fotoshoot gemaakt van Laoitiaanse mensen in traditionele kleding, heel gaaf! We bezoeken ook de bekende gouden tempel: That Luang en Patuxai, de Arc de Triomphe van Laos (3.000 Kip). Laos is een Franse kolonie geweest. In Vientiane zie je nog veel Franse invloeden, zoals de Arc, maar ook veel bakkerijen waar ze onder andere amandelcroissants verkopen (mijn favoriet!).





We krijgen de stedentrip-smaak te pakken en willen een cultureel uitstapje maken. We rijden langs een theater, Cultural Hall en het Chao Anouvong Stadium in de stad, in de hoop dat we een theater- of dansvoorstelling, of sportwedstrijd kunnen zien. Helaas is er bij beiden pas weer iets te zien als wij Vientiane alweer hebben verlaten.
We kunnen wel een tijdje rondhangen in het stadion als we de beveiliger hierom vragen. Op de tribune kijken we naar de locals die hier zijn. Er zijn jongeren die hier chillen in de zon en er rennen een paar bikkels op de atletiekbaan. Een van hen komt naar ons toe en blijkt ook een toerist te zijn: Mark, from London. Mark is net zo oud als ik en is al een paar dagen in Vientiane, maar heeft nog weinig van de stad gezien. Hij heeft zijn baan opgezegd om drie maanden te reizen, maar moest de afgelopen dagen nog doorbrengen in een internetcafé om zijn werk af te ronden. Hij vond zijn baan ontzettend vervelend, gaat na zijn reis als fietskoerier aan de slag en ziet daarna weer verder. We spreken af om die avond met zijn drieën te eten.
We eten in een zijstraat van de boulevard, Quai Fa Ngum, en lopen daarna via de nightmarket in naar een soort skybar. Met het biljarten maken Rosanne en ik Mark twee keer in. We komen Belgische jongens tegen die we in Thakhek in ons hostel zagen en zij hebben weer reisbuddies bij zich die ze eerder in Cambodja leerden kennen. Het is een gezellige avond!
De volgende ochtend bezoek ik het Lao National Museum (10.000 Kip entree en 10.000 Kip voor het nemen van foto’s). Het museum is interessant, maar er staat helaas geen Engelse vertaling bij de meest interessante stukken over de Laotiaanse burgeroorlog van 1953-1975. Na mijn museumbezoek trakteer ik mezelf op een amandelcroissant bij een Franse bakker, heerlijk!
In de middag ga ik op stap met Rosanne, Mark en Martine. Mark heeft Martine ontmoet tijdens het ontbijt in zijn hostel. We huren scooters en rijden naar Xieng Khuan, het buddha park 30 km buiten het centrum van Vientiane. Het is heel indrukwekkend om al deze grote beelden van verschillende religieuze stromingen (hindoeïsme, boeddhisme en taoïsme) bij elkaar te zien. Er lopen ook veel monniken rond, die toeristen aanspreken om hun Engels te kunnen oefenen. We eten iets in een soort privé strandhutje op het terrein en rijden weer terug naar de stad.



Rosanne, Mark en ik besluiten ’s avonds samen naar Vang Vieng door te reizen. We willen met de local bus naar het busstation, maar de bus komt maar niet. We nemen dan maar een tuctuc en komen gelukkig op tijd op het busstation aan om de bus naar Vang Vieng te nemen. Het wordt een onvergetelijke rit…
Leest verder in mijn blog over Vang Vieng!